De cijfers liegen
er niet om. Tot 2050 zal de bevolking van dit land groeien naar het aantal van
19 á 20 miljoen inwoners. Maar dat is niet het
hele verhaal. Het aantal huishoudens stijgt in dezelfde periode van 8,1 miljoen
in 2022 naar 9,5 miljoen. Dat is nog niet alles. Het aantal
eenpersoonshuishoudens gaat omhoog van 3,1 miljoen naar 3,9 miljoen.
En dan is er nog
de vergrijzing, die om andere woningen vraagt. Het is trouwens dezelfde
vergrijzing die vooral verantwoordelijk is voor de groei van het aantal
eenpersoonshuishoudens. Meer ouderen komen alleen te staan.
Ergo, het
volplempen van weilanden met nog meer eengezinswoningen lijkt niet langer een
afdoend antwoord op de huidige crisis op de woningmarkt. Er zijn nu al 5
miljoen eengezinswoningen in dit land, terwijl er in 2,3 miljoen van die
woningen geen gezin woont.
Enne, er komt na
2035 nog een ander probleem om de hoek kijken. Na dat jaartal is de vaart uit
de groei van het aantal huishoudens. Dat betekent naar alle waarschijnlijkheid
dat de bouwproductie fors gaat terugvallen van pakweg 100.000 per jaar naar
misschien 25.000 per jaar. Begin hier maar eens aan als woningbouwer. Het zijn
wat je noemt echte uitdagingen. Rondom hetzelfde jaartal komt na de grote
‘vergrijzingsgolf’ de grote ‘verstervingsgolf’ eerst goed op gang. Er komen dus
grote aantallen woningen vrij, maar het is moeilijk te voorspellen waar dat
precies gaat gebeuren. Er kan in sommige delen van het land zomaar leegstand
ontstaan.
Waar moet je gaan
bouwen en waar niet? Wat moet je eigenlijk bouwen? Het is allemaal niet zo
simpel als het op het eerste oog lijkt. Een ding lijkt zeker, er zal vooral
binnenstedelijk gebouwd gaan worden. De Staatscommissie Demografische
Ontwikkelingen pleit in haar recente rapport tegen een verdere verstedelijking
van Nederland. Maar ook aan dat advies zitten haken en ogen. Tot voor kort leek
de trend dat het steeds drukker zou worden in vooral de Randstad. De groei van
de bevolking zou daar vooral neerslaan, terwijl krimp van de bevolking in de
meer perifere delen van Nederland onvermijdelijk leek. Klimaatverandering kan
ervoor zorgen dat dit scenario zomaar de prullenbank in kan. Het kan zomaar
zijn, dat er een voorkeur ontstaat om toch maar in hoger gelegen delen van
Nederland te gaan wonen. En als er dan toch in laag gelegen gebieden gebouwd
gaat worden, is hat dan niet handig om huizen te bouwen die je gemakkelijk kunt
verplaatsten naar andere delen van het land?
Woningen moeten in
de toekomst misschien wat flexibeler gebouwd worden. Ze zouden wat
verplaatsbaarder moeten worden. Dat kan helpen bij klimaatsverandering en
overstromingen. Het kan ook helpen bij het bestrijden van de ergste gevolgen
van de vergrijzingsgolf. Ouderen zouden in flexibele woningen moeten kunnen
wonen. Als een flexibele woning niet meer nodig is, dan kan ze eventueel naar
elders verplaatst worden. In krimpgebieden kunnen ze wellicht voor andere
doeleinden gebruikt worden. Het zijn mogelijkheden die om nader onderzoek
vragen.
Nederland ontbeert
op dit moment een echte langetermijnvisie. Alles is er nu op gericht om de
huidige woningnood te bestrijden. Dat is begrijpelijk, maar Nederland kan na
2030 – 2035 zomaar van de regen in de drup komen. Bij ongewijzigd beleid zal de
woningmarkt van 2035 en daarna niet meer aansluiten bij de wensen, verlangens
en noden van dat moment. 2035 klinkt misschien ver weg, maar is dat natuurlijk
niet als het om beleidskwesties van een lange adem gaat. Een gewaarschuwd man
telt voor twee. De sector is gewaarschuwd.
Bron:
Cobouw, Woonwensen veranderen, woningbouwers moeten meebewegen. September 2023.
Cobouw, Advies:
woningbouwers moeten flexibeler bouwen vanwege veranderende beolking.
Januari 2024