De huidige strenge lockdown onderstreept nog eens het belang van kwalitatief goede huisvesting, maar helaas heeft niet iedereen daar toegang toe. Op dit moment komt Nederland 330.000 woningen tekort. De huidige woningnood is ontstaan door een gebrek aan nieuwbouw en daar komt voorlopig geen verandering in. Ook de komende jaren dreigt het aantal nieuw opgeleverde woningen achter te blijven bij de behoefte. De pessimistische verwachting is, dat het tekort tot naar schatting 420.000 woningen in 2025 zal oplopen. Het woningtekort is één van de oorzaken achter de sterke huizenprijsstijging. In het derde kwartaal van 2020 zijnde huizenprijzen (nieuwbouw en bestaand) met 8,3% gestegen ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar geleden. Dat is royaal boven het gemiddelde van de Europese Unie van 5,2%.Dat er meer woningen nodig zijn, daar is iedereen het wel over eens. Het kabinet gaat ervan uit dat er tot 2030 een miljoen extra woningen bij moeten komen. De vraag is echter hoe we dat gaan doen? Daarover verschillen de meningen. De discussie spitst zich deels toe op waar bouwgrond vrij te maken is. Is er ruimte binnen de steden, bijvoorbeeld op verlaten bedrijfsterreinen? Of dienen nu nog onbebouwde groene zones vrij te worden gegeven voor woningbouw? De eerste optie geldt als bewerkelijk vanwege de vereiste bodemsaneringen en de noodzaak ondernemers uit te kopen en bedrijven te verplaatsen. Maar ook de tweede optie kent belemmeringen. Denk aan de wens tot behoud van groen en aan de aanlegkosten van nieuwe infrastructuur.

Stuit het idee om in naoorlogse wijken aanpassingen te doen behalve op democratische ook nog op financiële uitdagingen? Jawel, maar die hoeven niet onoverkomelijk te zijn. Bouwen in bestaand gebied brengt extra kosten met zich mee, maar er valt ook winst te maken. Het is dan een kwestie van kosten en baten tegen elkaar wegstrepen. Aanpassingen als bijvoorbeeld het verduurzamen van woningen was zonder nieuwbouw toch al noodzakelijk. Er hoeven ook minder kosten gemaakt te worden voor bijvoorbeeld bodemsanering en/of de aanleg van nieuwe infrastructuur. Ook kunnen gemeenten waarschijnlijk profiteren van hogere grondopbrengsten dankzij het intensievere grondgebruik. Ten slotte zijn er ook nog toekomstige besparingen mogelijk door nu als gemeente de juiste voorwaarden te creëren voor goede, betaalbare sociale voorzieningen.
Bouwen in naoorlogse wijken biedt kansen, niet alleen op het vlak van huisvesting, maar ook op het gebied van verduurzaming en sociale vraagstukken. Hier lijkt een schone taak weggelegd voor woningcorporaties. Die bezitten immers omvangrijke woningportefeuilles en kunnen gemakkelijk op het niveau van de buurt of wijkplannen maken in samenwerking met de gemeentes. Voor de individuele woningbezitter is dat toch een stuk lastiger!
Bronnen: KAW, Ruimte zat in de stad. Juni 2020